Werktuigen, dienend om de lichtsterkte van verschillende lichtbronnen met elkander te vergelijken. Twee lichtbronnen belichten twee oppervlakken, die tegelijk door het oog worden waargenomen.
Acht men de verlichting gelijk, dan meet men den afstand van de lichtbronnen tot het beschenen oppervlak en de lichtsterkte wordt gerekend evenredig te zijn met het vierkant der afstanden. Als eenheid van lichtsterkte heeft men aangenomen het licht, wat uitgestraald wordt door een vierkanten centimeter oppervlak van vloeiend platina: of ook wel het licht van een kaars, die bij bepaalde grootte van vlam een bepaalde hoeveelheid brandstof verteert. Daar de schatting van het oog als basis van de proef wordt genomen en de kleur der lichtbronnen zeer verschillend is, blijft de uitkomst altijd eenige onzekerheid behouden. Voor fijner waarneming wendt men den spectrophotometer of den 'polarisatie-photometer aan, die echter in het practische leven nog weinig in zwang zijn.
