(Phonetièk) of Klankleer in engeren zin, is de leer van de menschelijke spraakklanken; in ruimeren zin omvat zij de leer van alle physische factoren, die bij het spreken in aanmerking komen.
De Ph. houdt zich, ter verklaring der taalverschijnselen, bezig met de geluidsleer (een onderdeel der Physica), de werking der spraakorganen (een onderdeel der Physiologie) en die van den menschelijken wil en het menscbelijk denken (een onderdeel der Psychologie), terwijl zij bovendien uit de historische taalstudie haar materiaal schept. Zij behandelt voornamelijk het ontstaan der klanken en den invloed, dien deze door assimilatie (progressieve en regressieve, Umlautung, enz.) op elkander uitoefenen. Zij is dus voornamelijk «ene inductieve wetenschap, die echter tevens door deductie de beginselen, volgens welke de spraakklanken op elkander inwerken, tracht vast te leggen in zoogenaamde klankwetten.
Het phonëtisch- of klankschrift is eene .schrijfwijze, volgens welke: a. ieder teeken slechts éénen klank vertegenwoordigt, en b. dezelfde klank steeds en onveranderlijk door hetzelfde teeken wordt voorgesteld. Het onderscheidt zich dus eenerzijds van het gewone alphabetisch schrift, anderzijds van het syllaben of «ooorcfschrift, waarin eene syllabe of een geheel woord door een bepaald teeken wordt uitgedrukt (hieroglyphen en de Chineesche schrijfwijze).
Tegenover het klankschrift staat de z.g. historische spelling. Terwijl de laatste in vroeger tijden nagenoeg met de uitspraak overeenstemde, bleef zij in hare betrekkelijke onveranderlijkheid weldra ten achter bij de uitspraak, die betrekkelijk snelle veranderingen ondergaat, zoodat de spelling eener taal dikwijls (vgl. het Fransch en het Engelsch) een slecht beeld van hare uitspraak geeft. Vandaar de vele pogingen, vooral in de laatste dertig jaren, om door radicale hervormingen in de spelling beide weder meer met elkander in overeenstemming te brengen. De groote moeilijkheid is echter, ook zonder de gewestelrjke uitspraak mede te rekenen, dat de uitspraak eener taal zelfs in de onderscheiden wijken van groote steden soms aanzienlijke verschillen aanwijst, wat aanleiding gaf tot het streven, om van eene taal de normale uitspraak vast te stellen, die door middel van vernuftige instrumenten (o. a. van Rousselot), welke de bewegingen der spraakorganen registreeren, vastgelegd wordt. Met name voor het aanleeren van de uitspraak eener vreemde taal moeten .de pogingen, om tot eene normale uitspraak te komen, worden toegejuicht, omdat zoo in de scholen aan veel spraakverwarring een einde kan worden gemaakt. Toch vergete men niet, dat deze normale uitspraak, even goed als de aangenomen schrijfwijze eener taal, op zuivere conventie berust, waarvan de schaduwzijde zal blijven, dat de gewestelijke taal met hare eigenaardigheden, die vooral voor de taalstudie eene groote waarde hebben, al meer op den achtergrond geraakt en langzamerhand geheel zoude kunnen verdwijnen.
Herhaalde pogingen zijn aangewend, om een internationaal alphabet samen te stellen, dat alle spraakklanken bevat en deze door vaste teekens voorstelt. Naast de phonetici H. Sweet en P. Passy verdient Lepsius te worden genoemd met zijn Standard alphabet for reducing unwritten languages and foreign graphie Systems to a uniform orthography in European letters.
De volgende werken over Ph. mogen (wat de moderne talen betreft) hier eene plaats vinden. De zuiver physiologische werken zijn niet opgenomen; voor deze wordt verwezen naar het art. Physiologie. A. Algemeene phonetiek: W. Vietor, Elemente der Phonetik und Orthoepie des Deutschen, Englischen und Französischen (in den laatsten druk een Literatur-Verzeichnis, zooals ook Breymann heeft uitgegeven in zijn: Die ph.
Literatur von 1876—1895); H. Sweet, Primer of Phonetics ; O. Jespersen, Lehrbuch der Phonetik; M. Trautmann, Kleine Lautlehre ; H. Klinghardt, Artikulations- und Horübungen ; E. W.
Scripture, Eléments of experimental Phonetics ; P. Roorda, De klankleer en hare practische toepassing, vooral met het oog op de studie der nieuwe talen; K. ten Bruggencate, Inleiding tot de klankleer, inzonderheid met het oog op de N'ederlandsche taal en de onderwijzers der lagere scholen. B, Vreemde talen: F. Beyer en P. Passy, Elementarbuch des gesprochenen Eranzösisch ; H. Michaelis en P.
Passy, Dict. phonétique de la langue française; O. Bremer, Deutsche Phonetik; Th. Siebs, Deutsche Bühnenaussprache ; H. Sweet, Elementarbuch des gesprochenen Englisch ; L. Soames, Method for learning to read ; R. J. Lloyd, Northern English.
Eindelijk zij nog' de aandacht gevestigd op de „Association phonétique internationale”, die haar zetel heeft te Bourg-la Reine (Frankrijk); men wordt lid voor 3 fr. 50 c., en ontvangt gratis den Maître phonétique, waarin steeds de nieuwe uitgaven op het gebied der Ph. worden opgenomen.