of Lansberghe, nederlandsoh godgeleerde, geb. 25 Aug. 1561 te Gent, werd door zijn ouders in de hervormde leer opgevoed, en meegenomen naar Frankrijk en Engeland, waar hij in de wiskunde en de theologie studeerde. In 1582 was hij predikant te Antwerpen; de overgave dier stad aan Parma dwong hem naar Holland te wijken; hier was hij korten tijd predikant te Amstelveen, daarna in 1586 te Goes, waar hij in het eerst zeer geacht was en zijn zoon Petrus hem als derde ambtgenoot werd toegevoegd; doch toen beiden zich mengden in een twist omtrent de verkiezing van een burgemeester, werden zij uit den kerkdienst ontslagen.
L. vestigde zich nu te Middelburg, waar de Staten hem een jaarwedde toelegden, en hij met ijver de wis- en sterrenkunde beoefende. Behalve een latijnsch werk over den Heidelbergschen catech. heeft hij vele geschriften uitgegeven over de meet- en sterrenkunde, w. o. een Gronologia sacra (Amst. 1626). Hij overl. 8 Nov. 1632. Zijn Opera omnia verschenen in 1665 te Middelburg.