de Bastaardspinnen, orde van spinachtige dieren (zie Arachnoidea); onderscheiden zich door een kort, gedrongen lichaam en zeer lange pooten; 2 of 4 enkelvoudige oogjes; ademhaling door tracheeën, welke zich door het geheele lichaam verbreiden en waartoe slechts een enkel stigma toegang geeft, dat gelegen is onder de heupen van het laatste paar pooten. De geslachtsopening bevindt zich bij' de beide seksen tusschen de achterste pooten.
Bij de mannetjes staat daarmede een lang paringsorgaan, bij de wijfjes een desgelijks lange voor uitstulping vatbare eierlegger in verband. Spinwerktuigen ontbreken. De soorten zijn verbreid over alle wereldstreken. Dikwijls hebben zij zeer zonderlinge gedaanten en is de rugvlakte van haar lichaam met wratjes of knobbeltjes bezet. Inzonderheid geldt zulks van de talrijke zuid-amerik. soorten, meerendeels behoorende tot het geslacht Gonyleptes, waaronder sommige, wier heupen en dijen der achterpooten plaatvormig verbreed en met sterke stekels gewapend zijn. Uit het geslacht Phalangium L i n. is zeer algemeen hier te lande en elders in Europa Ph. cornutum, de hooiwagen. Alle P. zijn kleine dieren, die zich in reten en gaten ophouden en vooral des nachts op roof uitgaan.