L’H e r. (fam. Geraniaceae) met omstreeks 500 soorten, inheemsch in Kaapland.
Zij onderscheiden zich van de andere geslachten dezer fam. door een honigbuis langs de bovenzijde van den bloemsteel en door een onregelmatige bloemkroon. Van de vele soorten noemen wij: P. odoratissimum A i t., met zeer welriekende langgesteelde, hartvormige bladen. P. radula A i t., met handvormige, aan de randen teruggeslagene, naar balsem riekende bladeren, vooral bij de variteit rosmm (rozengeranium). Uit de bloemen deizer 3 soorten wordt in Algiers en Z.Frankrijk die geraniumolie bereid. De bladen van P. tomentosum J a c q., rieken naar pepermunt, die van P. citriodoram Hort., naar citroen. Verder worden vele soorten bij ons als sierplant gekweekt onder den naam van Geranium, o.a.
P. zonale Wild., met hartvormige onregelmatig ingesneden bladeren, waarover een donkergroene band loopt, en karmijnroode bloemen. Vele variëteiten onder den naam van scharlaken pelargoniums. Eene andere groep vormen de Pel. van Odier of zoogenaamde fransche Geraniums, veelal &fstamm. van P. grandiflorum W. Het zijn 40 —60 c.M. hooge struikjes, met bijna niervormige, zachtharige bladeren en groote bloemen, wier blaadjes alle fraai gevlekt zijn. Een derde groep vormen de klimopblad-geraniums, variëteiten van P. peltatum A i t., met nederliggende of hangende stengels, vijflobbige dikke glanzende bladeren en lichtroode bloemen. Alle Geraniums (of Pelargoniums) verlangen in den zomer veel licht, overvloedige besproeiing, lichten, voedzamen grond. Zij kunnen van Maart tot Juni gemakkelijk door stekken vermenigvuldigd worden.
