vertrouweling en veldheer van koning Philippus van Macedonië, voerde 356 v. Chr. met succes oorlog tegen de Illyriërs, trok 342 tegen Eretria en Oreus op Euboea op en begon 337 met Attalus en Amyntas den perzischen oorlog.
Terwijl zij in KleinAzië bezig waren, werd Philippus vermoord. Onder de veldheeren van Alexander gold hij als de yoornaamste, waarom hij ook aan het hoofd der phalangen (zie Phalanx) stond, toonde zich echter overdreven voorzichtig, raadde Alexander elken beslissenden slag af en een spoedigen vrede met de Perzen aan. Na den slag bij Arbela, dien hij eveneens afgeraden had, werd hij 330 ter bewaking der schatten in Ecbatana achtergelaten. Toen zijn zoon Philotas (zie ald.), verdacht van een samenzwering, 329 terechtgesteld werd, vreesde Alexander de wraak van den vader en liet dien eveneens ter dood brengen.
