Gepubliceerd op 28-02-2021

Paardenziekten

betekenis & definitie

Epilepsie (Vallende ziekte) is een chronisch hersenlijden, dat bij alle huisdieren kan vóórkomen en dat zich met onregelm. tusschenpoozen openbaart. Een aanval komt plotseling, soms gaan enkele voorteekenen vooraf.

Het dier begint onvast te staan, krijgt schuim op den mond, het is angstig, slaat met de achterkaak op de bovenkaak en knarst met de tanden. De pupil is verwijd, de ademhaling is moeilijk, het dier tuimelt en valt; er vertoonen zich clonisehe en tonische krampen over het geheele lichaam, gepaard gaande met bewusteloosheid. Honden en varkens schreeuwen. De aanval duurt van enkele minuten tot een half uur toe. Na een aanval is het dier weer normaal, en vooruit is niet aan te geven wanneer weer een aanval zal optreden.Eklampsie is een zeer acuut verloopende epilepsie, waarbij eensklaps over het geheele lichaam een kramptoestand optreedt. Hiertoe worden gerekend de krampen bij zuigelingen.

Katalepsie treedt op of als een zelfstandig zenuwlijden öf secondair in het verloop van andere zenuwziekten; openbaart zich met onregelmatige tusschenpoozen, waarbij het stijfworden van alle willekeurige spieren intreedt, zoodat de beweging der lichaamsdeelen aan den wil zijn onttrokken. Een aangenomen of aangegeven houding blijft gedurende den aanval bestaan. Gaat gepaard met bewusteloosheid, terwijl de ademhaling en de bloedsomloop geen afwijking vertoonen. Een aanval duurt eenige minuten.

Chorea. St. Viti. Dit is een chronisch koortsloos zenuwlijden, dat vooral voorkomt bij honden, zelden bij paarden en zich openbaart in het periodisch optreden van kramp-aanvallen der spieren, waarbij het dier onwillekeurig doellooze bewegingen maakt.

Vettige, duizeligheid. Treedt het meest op bij paarden, vooral bij volbloeds, minder bij het rund. Het lijden berust op een funcbioneele stoornis in de kleine hersenen, vertoont zich op onbepaalde tijden, vooral na den winter. Een aanval duurt slechts eenige minuten en verloopt als volgt. De gang wordt langzamer, het dier knikt en schudt met het hoofd, is angstig en onrustig, zweet, ontlast zoowel mest als urine, het tuimelt en valt. Honden braken veelal.

Mania periodica (steegheid). Hieronder wordt verstaan een aanhoudend of periodisch verzet van het dier, tot het verrichten van alle of enkele bepaalde diensten. Het kan een gevolg zijn van een bestaande hersenstoornis, van opkomende pijn, wanneer een bepaalde dienst gevraagd wordt, van onvermogen om een bepaalden dienst te verrichten of het kan een gevolg zijn van slecht zien, dan wel van onwil.

Onmacht, Syncope, en schijndood, Asphyxia. Hieronder verstaat men een tijdelijk ophouden van alle hersenwerking.

Kolder, Wordt onderscheiden in razenden en stillen kolder. Een chron. hersenlrjden (chron. hersenwaterzucht) ligt gewoonlijk hieraan ten grondslag. Bij stillen kolder is het dier over het geheel stompzinnig, het is onoplettend voor de omgeving, neemt niet veel waar, steunt veelal met het hoofd onder de krib, is ongevoelig bij het insteken van den vinger in ’t oor, of bij trappen op de kroon. Het staat veel met de beenen gekruist, valt bij het voederen op het eten aan, maar blijft dan met het voer in den mond staan, zonder het te kauwen; bij drinken blijft het met het hoofd in den emmer staan, zonder water op te nemen. Het dier is moeilijk in beweging te brengen, maar is het eenmaal aan. den gang, dan houdt het niet gemakkelijk stil; het beurt de beenen hoog op en is moeilijk achteruit te zetten. Soms echter wordt het wild en woest (razende kolder).

Tetanus, klem. Bestaat in een kramptoestand van alle spieren. Begint aan de spieren van den nek en het hoofd, en breidt zich nit over hals, romp en ledematen, gepaard gaande met verhoogde reflexprikkelbaarheid. Komt geheel overeen met de verschijnselen van strychninevergiftiging. Komt voor bij alle huisdieren, het meest echter bij, het paard. De mond is vast gesloten, vandaar de naam van klem. Wordt veroorzaakt door infectiestof, die langs een wond wordt opgenomen.

Maandblindheid (periodische oogontsteking) is eene in achtereenvolgende aanvallen optredende ontsteking van het oog, waarbij vooral het regenboogvlies, het ciliairlichaam, het vaatvlies, de lens en lenskapsel lijdend® zijn. De eerste aanvallen zijn gewoonlijk licht en kenmerken zich alleen door geringe zwelling der oogleden, lichtschuwheid, tranen, sterke injectie der vaten, vernauwde pupil. Zoo’n aanval duurt gewoonlijk 8 a 10 dagen en is die niet te heftig geweest, dan wordt het oog weder schijnbaar normaal. De aanvallen herhalen zich soms om de vier weken, zij worden daarbij heftiger en stoornissen in het oog treden op. Het oog zakt terug in de oogholte en lijkt kleiner; het bovenooglid krijgt een hoek (den zoogen. 3en ooghoek), het regenboogvlies ontkleurt; de pupil wordt onbeweeglijk, nauwer en onregelmatig van vorm als gevolg van vergroeiingen met ’t lenskapsel; in de oogholte komt exudaat.

De aanvallen duren zoo lang totdat totale blindheid aan het oog is ingetreden; dan begint het andere oog te lijden. Deze ziekte wordt veel waargenomen in lage, moerassige streken en wel op den leeftijd van 2—5 jaar.

Mok, is een ziekte, die bestaat in een roosachtige ontsteking aan de beenen, waarbij een scherp vocht uitvloeit. Wanneer deze aandoening van lichten aard is en zich alleen boven de knieën vertoont, wordt zij ook rasp genoemd, terwijl de eigenlijke M. den omtrek der koot inneemt. Komt bij de M. nog dat het haar bij de koot, in plaats van plat neder te liggen, verward dooreen en naar alle richtingen uit staat, dan noemt men het ongemak egelsvoet of struifvoet,

< >