duitsch Pfahlbauten, woningen gebouwd op palen, in of nabij het water. In 1854 werd, bij een ongewoon lagen waterstand van het meer van Zurich, in de nabijheid van Meilen door opgravingen een modderlaag gevonden van 272 voet dikte, waarin steenen bijlen en ander ruw gereedschap uit klei, hoorn en hout vervaardigd, lagen, terwijl dikke palen, op rijen staande, in den grond waren geslagen.
Dr. Ferdinand Keiler van Zurich zag daarin de overblijfsels van overoude menscheljjke woningen, die hij P. noemde. Sedert dien tijd werden ook in Italië, Frankrijk, Duitschland, Engeland en Ierland, Oostenrijk en Hongarije zulke P. aangetroffen en daardoor het bewijs geleverd, dat deze eigenaardige wijze om woningen in het water te bouwen in de oudheid over een groot gedeelte van Europa gebruikelijk was, terwijl nauwkeuriger onderzoekingen geleerd hebben, dat de bewoners tot een periode behooren, toen het metaal nog niet bekend was, doch waarin men de kunst verstond, om de hardste steenen te slijpen en te doorboren. Tevens kwam aan het licht, dat dit voorgeslacht zich op akkerbouw en veeteelt had toegelegd en zelfs op houten weefstoelen vlas weefde. Volgens de gemaakte berekeningen klimt hun ouderdom tot 4 of 6000 jaren op.