hoofdstad der gelijknamige spaansche prov. in Asturië, in 1897: 46.376 inw.; zetel van het prov. bestuur en van een bisschop. Onder de gebouwen munten uit de in 760 begonnen en in 1388 voltooide kathedraal met schoonen toren en een rijke verzameling van reliquieën en oudheden; de in 774 door koning Silo gestichte gotische kerk San-Salvador; het oude slot en het kon. nonnenklooster San-Pelayo.
Behalve de in 1580 gestichteuniversiteit zijn er onderscheidene andere hoogere scholen. De nijverheid bepaalt zich tot leder- en hoedenfabrieken; belangrijk is dekon. wapenfabriek. Binnen het stadsgebied ligt het warme bad Caldas de Priorio (19° C.). Het district O. is een hoofdzetel der spaansche ijzerbewerking. 0. is een der oudste steden van Spanje, in de oudheid Ovetum genaamd, en werd in 792 door Alfonsus II tot residentie verheven. In 877 en 901 werden te O. kerkvergaderingen gehouden. De haven van O. is. Gijon.