(graaf ) zweedsch generaal, 1639—88, was eerst gezant van Zweden in Engeland, dan in Frankrijk en onderscheidde zich, als afgevaardigde bij het fransche leger, bij het beleg van Maastricht en den slag van Senef, zoodat Lodewijk XIV hem den graad van „marechal de camp” verleende. In Zweden teruggeroepen, voerde hij het bevel over de zweedsche troepen in Duitschland en werd hij tot hertog van Pommeren verheven.
Daarna nam hij deel aan den oorlog tegen de Turken, eerst in het leger des keizers en sedert 1686 in dat der republiek Venetië. Hij veroverde Athene (1687), maar overleed aan de koorts gedurende een expeditie tegen Negroponte.