duitsch schrijver, geb. te Eisfeld 1813, overl. te Dresden 1865, wijdde zich eerst aan de toonkunst. Een zenuwziekte verhinderde hem evenwel die studiën voort te zetten.
Nu legde zich L. toe op de beoefening der letteren en schreef verschillende tooneelstukken, o. a.: Der Erbförster (1853), Die Makkabäer (1854), interessante Shakespeare-Studiën, en den roman Zwischen Rimmei und Erde (1856).