duitsch schrijver, geb. 13 April 1810 te Jauer, werd 1848 hoogl. in de technologie en directeur van het natuurk. technologisch kabinet te Leipzig, was later directeur eener groote verzekering-maatschappij en overl. 28 Juli 1890; gaf eenige wetenschappelijke werken in het licht, benevens bundels gedichten (gedeeltelijk onder den schuilnaam Silesius Minor), novellen, dramawerken, vertalingen van Aristophanes, Shakespeare enz.
Zijn zoon, Hans M., geb. 21 Jan. 1841 te Leipzig, redigeerde 1880—84 het wetenschappelijk bijvoegsel der „Leipziger Zeitung”, en schreef: Gedichte (Berl. 1869), de drama’s Timoleon (1869), Marius in Minturnd (1875), Lorenzino von Medici (1866), novellen, en Christus und Faust, Gedanken über Réligion und Sittlichkeit (Dresden 1901), enz.