Gepubliceerd op 28-02-2021

Ostracodas

betekenis & definitie

Cyproidea, orde van kleine, voor het meerendeei slechts even met het bloote oog zichtbare schaaldieren, die een oppervlakkige gelijkenis hebben met tweekleppige schelpdieren. Hun min of meer zijdelings samengedrukt, boon- of eivormig, niet in leden verdeeld lichaam is n.L besloten in een uit twee kleppen bestaande schaal, gevormd door een voortzetting van het chitinepantser aan de rugzijde van het diertje.

Beide kleppen kunnen naar elkander toe bewogen worden door verscheidene sluitspieren. Gewoonlijk echter wijken de beide kleppen aan de buikzijde uiteen, en uit de opening treden de ledematen te voorschijn, waardoor het lichaampje meer kruipende dan zwemmende voortbewogen wordt. Deze voortbeweging wordt ondersteund door een na-achterlijf, dat uitloopt in twee groote stekels. Aan den kop ontspringen twee paren met lange borstels bezette sprieten, waarvan de voorste dikwijls van z.g. reukharen voorzien zijn, terwijl de achterste in haakvormige borstels eindigen, waarmede zij zich kunnen vastklemmen. De soorten zijn vereenigd in de familiën der Cypridae (met drie paren kaken, twee paren pooten en een enkel oog in de middellijn; geslachten Cypris en Cyprois, waarvan de talrijke soorten in de zoete wateren leven), Cytheridae (twee enkelvoudige oogen, slechts twee paar kaken, drie paren, tot vastklemming geschikte pooten, waarmee de diertjes zich vasthechten aan het zeewier temidden waarvan zij leven; geslachten Beyrichia, Bairdia, Cythereis, Cytherella, met ook vele fossiele soorten), Cypridinidae (twee groote, samengestelde oogen, groote in roeipooten veranderde achterste sprieten, aan de onderkaken pootvormige voelers; geslachten Cypridina en Halocypris).

< >