hoofdstad van het fr. dept. Loiret en van het arrondissement O., ligt rechts aan de Loire en verder aan het Orléanskanaal (naar de Loing, zijrivier van de Seine), telde in 1901: 57.320 inw. (als gemeente 67.311).
Het middelpunt der stad is het plein Du Martroi, op hetwelk sinds 1855 een bronzen ruiterstandbeeld van Jeanne d’Arc staat. O. is zetel van een bissehop en heeft verscheidene kerken, w.o. de kathedraal Sainte-Croix, een laatgotisch bouwwerk, 1601 begonnen. O., van 1312 tot op de revolutie een universiteitsstad, heeft thans een lyceum, een groot-seminarie, een artillerieschool, een doofstommen-instituut, een aanzienlijke bibliotheek, musea van schilderijen, oudheden en natuurlijke geschiedenis, alsmede vele wetenschappelijke en weldadige instellingen. Bovendien neemt 0. een voorname plaats in onder de industrie- en handelssteden van Frankrijk. Er zijn hier aanzienlijke spinnerijen, fabrieken van wollen en katoenen dekens, fijn linnen en flanel, aanzienlijke suikerraffinaderijen, groote wijnazijnfabrieken enz. Zeer uitgebreid is de handel in eigen fabrikaat en in wol, wijn, brandewijn, hout, koren, dat de omtrek, Orléannais, in overvloed oplevert, enz. 0. beslaat de plaats van het door Julius Cesar verwoeste Genabum -in het land der Carnuten en heette in de middeleeuwen Aurelianum.
In de geschiedenis is O. bekend door de belegering in 1428 door de Engelschen en het ontzet door Jeanne d’Arc. In den oorlog van 1870/71 werd de stad twee malen door de Duitschers genomen en bezet (11 Oct. en 5 Dec.).