een steensoort, die in trachytbergen wordt gevonden en hoofdzakelijk uit kiezel, aarde en water bestaat; is niet gekristalliseert!, maar komt in hoekige stukken voor; is schelpachtig op de breuk en bezit een hooge mate van doorschijnendheid. Voorts onderscheidt het zich door een bijzondere kleurspeling, die men opalisceeren noemt.
Men kent van het O. onderscheidene variëteiten, als: parelmoer-O., op Ijsland en andere plaatsen; vuur-0., giasglanzig doorschijnend en helrood, dat vooral in Mexico voorkomt; edel-O., waterhelder in verschillende kleuren, komt in Hongarije voor en is zeer kostbaar; glas-O. of hyalith (zie ald.); gemeen-0., melkwit, half doorzichtig, in Saksen, Silezië enz.; hout-0., bestaande uit hout dat versteend en in O. veranderd is, men kan er de houtstructuur in herkennen; hydrophaan (oculis mundi), een ondoorschijnend O., maar dat in water gelegd dit opzuigt en dan doorschijnend wordt; half-O., doorschijnend, verschillend gekleurd, hard en zwaar; ijzer-0., dat ook wel, als jaspis beschouwd, jaspis-0. genoemd wordt, is sterk vet glanzend.
