Gepubliceerd op 28-02-2021

Oorheelkunde

betekenis & definitie

(voor de Anatomie van het oor, zie Gehoor).

Onderzoek van het oor

Alleen de oorschelp en het voorste deel van de uitwendige gehoorgang zijn zonder hulpmiddelen te onderzoeken. Wil men de diepere deelen van de uitwendige gehoorgang, het trommelvlies, of indien dit geheel of gedeeltelijk ontbreekt, de daarachter gelegen deelen onderzoeken, dan heeft men verschillende instrumenten noodig.

In de eerste plaats moet de verlichting goed zijn. Het direkte daglicht is over het algemeen onvoldoende. Het beste is, zich te bedienen van gereflecteerd licht. Als lichtbron kan men wel het daglicht gebruiken, maar over het algemeen gebruikt men kunstlicht, als petroleumlamp, gas (gasgloeilicht is zeer doelmatig) of electrisch licht. Zoo noodig kan men echter ook wel met drie kaarsen volstaan. Om het licht te reflecteeren gebruikt men een reflector, een holle spiegel met een brandpuntsafstand van 15—20 c.M. en een middellijn van 10—12 c.M. en met eene centrale opening van 1f2—1 c.M. middellijn.

Deze reflector kan in de hand of in den mond gehouden worden of met een band om het voorhoofd. De lichtbron moet rechts of links ongeveer ter hoogte van het oor van den te onderzoeken persoon staan. De onderzoeker kijkt door de centrale opening van den reflector en Werpt het licht in het te onderzoeken oor. Trekt men de oorschelp nu iets naar boven en naar achteren, dan wordt de gekromde uitwendige gehoorgang gestrekt en kan men een groot deel van de uitwendige gehoorgang bezien en, wanneer deze wijd is, soms ook het trommelvlies. Dit laatste gelukt in de meeste gevallen niet en men is dan verplicht van een oortreehter gebruik te maken. Dikwijls wordt het onderzoek van het oor verhinderd door oorsmeer, etter, vreemde lichamen of wel door sterke zwelling van de huid der uitwendige gehoorgang.

Is er oorsmeer in het oor, dan moet de arts, om het te kunnen onderzoeken, het oor uitspuiten. Als oorspuit is zoowel een spuitje vdn gummi als een stempelspuit te gebruiken.

Kunnen wij het trommelvlies goed zien, dan letten wij op de kleur, welving, stand van den hamersteel, beweeglijkheid enz. Is er geen trommelvlies of is er een opening (perforatie) in, dan zien wij het promontorium door de opening heen.

Heeft men het geheele oor goed bezichtigd, dan moet in de meeste gevallen de gehoorscherpte worden bepaald. Dit kan geschieden met het horloge, de spraak of met stemvorken.

Een horloge, dat matig hard tikt, wordt normaliter op minstens 1½ à 2 Meter afstand gehoord. Men doet goed, altijd hetzelfde horloge te nemen, waarvan bekend is op welken afstand iemand met normaal gehoor het hoort tikken. Van de spraak is de fluisterstem het meeste geschikt. In eene stille omgeving hoort de normale mensch de fluisterstem op ongeveer 20 Meter. Op het stemvorkonderzoek. hier in te gaan zou ons te ver voeren.

Tot het onderzoek van het gehoororgaan moet men ook nog rekenen het inblazen van lucht in het middenoor door dis Eustachiaansche buis (zie gehoor). Dit is niet alleen een methode van onderzoek, maar wordt tevens als behandelingswijze aangewend bij verschillende oorziekten.

Er zijn verschillende methoden:

1. Proef van Valsalva. Bij gesloten mond en neus wordt krachtig uitgeademd (geperst). Wanneer de kracht, waarmede dit geschiedt, groot genoeg is om de Eustachiaansche buis te openen, dan kan de onderzoeker dit controleeren door een buis (otoscoop), die een oor van den onderzoeker verbindt met een oor van den patiënt. Is het trommelvlies weg, dan is een hard blazend geluid te hooren; is er eene kleine opening in, dan is het geluid fluitend, (perforatiegeluid), anders hoort men een doffen toon.
2) Proef van Politzer. De licht wordt in den neus geblazen met eenen groeten gummi ballon (No. 12 of No. 16) met een neusdop. Deze laatste wordt in een der neusgaten gebracht en dan met de hand beide neusgaten toegedrukt. Nu laat men den patiënt een vooraf in den mond genomen slokje water doorslikken bij 3 (bij het tellen). Op hetzelfde-»ogenblik drukt men den ballon krachtig dicht. De lucht zal dan door de buizen van Eustachius in de ooren gedreven worden. Hetzelfde wordt bereikt door den patiënt hik hak hok of iets anders hardop te laten zeggen. Bij kleine kinderen is het voldoende te laten schreeuwen. Met den otoscoop is ook weder te controleeren of de lucht werkelijk in de trommelholte dringt.
3. Catheterisatie van de Eustachiaansche buis. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een z.g. oorcatheter, en een grooten gummi ballon voorzien van een conisch toeloopende stop. Een oorcatheter is een metalen of hardgummi buis, die ongeveer 14 c.M. lang is. Aan het eene uiteinde is deze buis eenigszins omgebogen, het andere uiteinde is kegelvormig verwijd.

De catheter wordt ingevoerd door de onderste neusgang (met het omgebogen gedeelte naar beneden gericht) totdat men stuit op den achterwand van de neuskeelholte. Nu wordt de catheter 90° omgedraaid naar het tusschenschot van den neus, en daarna teruggetrokken, totdat men tegen dit middenschot stuit. Hierna wordt de catheter ruim 130° teruggedraaid, dan ligt het uiteinde van den catheter in de opening van de Eustachiaansche buis. Nu wordt de conisch toeloopende stop van den gummi ballon in het verwijde gedeelte van den oorcatheter gebracht en door toeknijpen van den ballon lucht door den catheter en de Eustachiaansche buis in de trommelholte geblazen. Met een otoscoop kan gecontroleerd worden of werkelijk deze in de trommelholte komt. Op deze wijze kunnen ook medicijnen in de trommelholte gebracht worden.

Gaan wij nu over tot de bespreking der verschillende oorziekten die worden verdeeld in le ziekten van de oorschelp, gehoorgang en trommelvlies (ziekten van het uitwendige oor), 2e ziekten van de trommelholte en van de Eustachiaansche buis (ziekten van het middenoor) en 3e ziekten van het slakkenhuis en de gehoorzenuw (ziekten van ’t inwendige oor).

Eczeem (uitslag) van de oorschelp ontstaat door dezelfde oorzaken als alle andere huideczemen en wordt op dezelfde wijze behandeld. De droge eczemen behandelt men het beste met zalf, de natte met een of ander strooipoeder (b.v. Salicylstrooipoeder).

Perichrondritis (kraakbeenontsteking) van de oorschelp. De oorschelp is rood, verdikt en meest zeer pijnlijk. Men behandelt deze ziekte zoowel met warmte (pappen) als met koude (natte omslagen, ijsblaas). Is het proces reeds ver voortgesehreden, dan is men dikwijls genoodzaakt operatief in te grijpen en een gedeelte van het kraakbeen van de oorschelp te verwijderen.

Othamatoom (bloedgezwel van de oorschelp). Hierbij ontstaat eene uitstorting van bloed tusschen het vlies dat het kraakbeen bedekt (perichondrium) en het kraakbeen of wel tusschen de . lagen van het kraakbeen. De huid is blauw gekleurd en gezwollen. Pijn bestaat er in vele gevallen niet, dikwijls heeft patiënt wel een branderig gevoel. Met een spuitje, zooals voor inspuitingen onder de huid wordt gebruikt, kan men het gezwel leeg zuigen, wat dikwijls herhaald moet worden, aangezien. het gezwel zich in vele gevallen weder spoedig vult.

Het oorlelletje is vaak gespleten, vooral bij vrouwen en meisjes door het uitrukken der oorbelletjes.

Ziekten van de uitwendige gehoorgang

Cerumen (oorsmeer) kan ontstaan zoowel door vermeerderde als door verminderde afscheiding van de smeerklieren van de uitwendige gehoorgang. De verschijnselen zijn hardhoorigheid, oorsuizen, af en toe oorpijn. Het cerumen wordt door uitspuiten verwijderd. Dikwijls gelukt dit niet direkt en moet eerst met b.v. olijfolie geweekt worden. Slechts zelden is het noodig cerumenproppen instrumentaal te verwijderen.

Otitis externa (ontsteking van de uitwendige gehoorgang). Deze aandoening kan zoowel diffuus als circumscript optreden. De diffuse otitis externa geeft vaak aanleiding tot het ontstaan van furunkels (steenpuisten) in de uitwendige gehoorgang. Deze zijn over het algemeen zeer pijnlijk, zoodat de patiënten er dikwijls niet door kunnen slapen. Het beste is, deze furunkels vroegtijdig in te snijden en daarna het oor met Priesnitz’sche omslagen te verbinden. Is de pijn nagenoeg verdwenen, dan verdient bet aanbeveling een gaasje met zalf in de uitwendige gehoorgang te leggen en dit eenmaal per dag te ververschen. Is daartoe geen gelegenheid, dan is het goed 5 a 10 pet, carbolglycerine in het oor te laten loopen.

Vreemde lichamen in de uitwendige gehoorgang komen in hoofdzaak bij kinderen voor. Men moet altijd beginnen te trachten het vreemde lichaam uit het oor te spuiten en niet, zooals helaas nog zoo dikwijls voorkomt direkt naar instrumenten grijpen. Dit mag alleen gebeuren, door den arts, omdat het onoordeelkundig gebruik daarvan levensgevaarlijk worden kan. Bovendien kunnen vreemde lichamen zelfs längeren tijd zonder schade in de gehoorgang blijven.

Ziekten van het trommelvlies komen zelden op zichzelf voor, maar zijn bijna altijd vergezeld van ziekten van de uitwendige gehoorgang of van het middenoor.

Ruptuur (scheur) van het trommelvlies komt een enkele maal voor door een handslag op het oor, zoo goed als nooit door inblazing van lucht in het middenoor door de buis van Eustachius.

Ziekten van het middenoor.

Otitus media acuta (acute middenoorontsteking) komt voor na verkoudheid, infectieziekten, keelziekten enz. De verschijnselen zijn steken of pijn in het oor, die zoo hevig kan zijn, dat de patiënt niet kan slapen; verder heeft hij dikwijls hoofdpijn; is hardhoorig, soms duizelig. De temperatuur kan normaal blijven, doch is meest verhoogd. Bij otoscopie blijkt het trommelvlies rood, gezwollen en dikwijls naar voren gewelfd te zijn; de teekening van het trommelvlies is meest verdwenen. Dikwijls breekt het trommelvlies vanzelf door en loopt de etter in de uitwendige gehoorgang. Gebeurt dit niet vanzelf, dan is het aan te bevelen, het trommelvlies zoo vroeg mogelijk door te snijden (paracentese). De pijn vermindert in de meeste gevallen spoedig, wanneer het „oor loopt”, alzoo de etter ruimen afvloed heeft.

Blijft de pijn bestaan en is er verhooging van temperatuur, dan moet men bedacht zijn op het optreden van complicaties van den kant van het processus mastoïdeus, wat zich verraadt door pijn of zwelling achter het oor. In vele van deze gevallen 'zal geopereerd moeten worden. Ook andere complicaties kunnen optreden, doch hierop kunnen wij hier niet verder ingaan.

Loopt het oor, dan wordt een propje volkomen reine watten in het oor gebracht en herhaaldeljjk ververscht. Wordt later de afscheiding minder dun vloeibaar, dan moet het oor met uitgekookt lauw water voorzichtig worden uitgespoten. Is de acute middenoorontsteking genezen, dan wordt gewoonlijk de gehoorscherpte weer als te voren.

Otitis media chronica, (Chronische middeloorontsteking). Hierin gaat de acute middeloorontsteking dikwijls over. De verschijnselen zijn hardhoorigheid, oorsuisen, hoofdpijn, duizeligheid; meest is er geen pijn. Men doet het beste hierbij te onderscheiden de catarrhale en de etterige vorm.

Bij den catarrhalen vorm is het trommelvlies meest ingetrokken. Na catheterisatie van de Eustachiaansche buis of na Politzeren verdwijnt of vermindert in vele gevallen deze intrekking en kan het gehoor belangrijk verbeteren.

Bij den etterigen vorm is altijd eene opening in het trommelvlies, het kan zelfs geheel ontbreken. In dit laatste geval zijn ook de gehoorbeentjes dikwijls geheel of gedeeltelijk verdwenen en is de gehoorscherpte belangrijk verminderd. In vele gevallen zijn de beenige wand van de trommelholte en de gehoorbeentjes in het proces betrokken. (Caries). Soms zijn er kaasachtige, vettige stukjes (eholesteatoom) in den etter. De behandeling kan bestaan in het indruppelen van verschillende stoffen (resorcine-, protargol-, nitras argentioplossingen, enz.) en uitspuiten van het oor. Is de etter stinkend of kaasachtig, klaagt patiënt veel over hoofdpijn en duizeligheid, is hij slaperig en suf, dan is in vele gevallen de z.g. radikale ooroperatie noodzakelijk.

Verder op alle mogelijke complicaties bij de chronische etterige middeloorontsteking, zoowel als op de verschillende operaties aan het oor in te gaan, is op deze plaats niet mogelijk. Alleen moet er op gewezen worden deze ziekte niet voor eene geheel onschuldige aandoening aan te zien, want al kan zij jaren, ja tientallen van jaren aanhouden, zonder gevaar op te leveren, plotseling kunnen zich zulke ernstige complicaties voordoen, dat binnen een paar dagen het leven wordt bedreigd.

Ziekten van de gehoorbeentjes zijn meest het gevolg van de chronische etterige middeloorontsteking.

Ziekten van het labyrinth. De labyrinthettering komt ook voor bij de chronische middenoorettering. Hierbij treedt hoofdzakelijk sterke duizeligheid op.

Oto-sclerose (chronische hardhoorigheid). Hierbij zijn de hoofdsymptomen weder hardhoorigheid en oorsuizen. Het wezen van deze ziekte is nog weinig bekend en op de verschillende theorieën kan niet worden ingegaan. Het onaangenaamste is, dat de ziekte bijna altijd aan elke behandeling weerstand biedt. De behandeling bestaat in catheterisatie van de Eustachiaansche buis, Politzeren, pneumomassage, en inwendige geneesmiddelen als Broomkalium, Joodkalium enz.

Menière’sche symptomencomplex. Dit bestaat in: duizeligheid, braken, oorsuizen en meestal ook hardhoorigheid. Ook hier is van een geneeskundige behandeling betrekkelijk weinig te verwachten.

< >