Gepubliceerd op 20-01-2021

Nikolaus delhis

betekenis & definitie

Shakespeare-kritikus, geb. 19 Sept. 1813 te Bremen, studeerde te Bonn en te Berlijn in de taalwetenschappen, werd in 1867 hoogleeraar in Sanskriet en romaansche en engelsche letterkunde, trok zich in 1880 uit het onderwijs terug, en overl. 10 Nov. 1888; D’s eerste wetenschappelijke arbeid was Radices pracriticae (Bonn 1839); door zijn geschriften over Shakespeare heeft D. de kritriek en de uitlegging van diens werken geheel nieuwe fwegen geopend; behalve een groote kritisch bearbeidde uitgave der Werken van Shakespeare (7 dln. 1854—61) en kleine opstellen en tijdschriften zag van hem het licht een uitgave van Macbeth met varianten, aanmerkingen en vertaling (Bremen 1841), verder: Die Tiecksche ShakspereKritik (Bonn. 1846), Der Mythus von William Shakspere( 185 t), Ueber das engl. Theatenvesen zu Shaksperes Zeit (Brem. 1853) Pseudo-Shaksperesche Dramen (2 dln., Elberf. 1856—74), Shakspere-Lexikon (Bonn. 1852), Colliers alte handschriftliche Emendationen zum Shakspere gewürdigt (1853),bijdragen voor het Jahrbuch der Deutschen Shakespeare-Gesellschaft, bijeenverzameld opgenomen in zijn Abhandlungen zu Shakspere. (I Elberfeld, 1878: II, aldaar 1887, tezamen uitgegeven 1889). Ook leverde hij belangrijke studiën der romaansche letterkunde, als: Provencalischen Liedern (1853), Der sardin. Dialekt des 13 Jahrh. (1868) enz.

< >