Gepubliceerd op 23-02-2021

Nikolaas van jósika

betekenis & definitie

(vrijheer) hongaarsch romanschrijver, geb. 28 April 1796, overleed, na de catastrophe van Vilagos uitgeweken, 27 Febr. 1865 te Dresden. Hij schreef de eerste historische romans in de hongaarsche taal; zijn pennevruchten beslaan tezamen 60 boekdeelen; vele werden in andere talen overgebracht.

Zijn meestgelezen romans zijn: Abafi (1836), De laatste Batory (1839), Zrinyi de dichter (1844), Een hongaarsche familie tijdens de resolutie (1851), De familie Mailly (1852).

< >