Gepubliceerd op 28-02-2021

Nieuw-brunswijk

betekenis & definitie

eng. New Brunswick, provincie der Dominion of Canada, in Britsch-Noord-Amerika, ten n.w. van den uniestaat Maine, tusschen de Chaleur- en de Fundybaai, 73.000 km.2 groot, in 1901 met 331.12Ó inw.

Hoofdstad is Fredericton; andere steden van eenig belang zijn St. John, Postland, Moncton,_ Shediac, Dorchester, Chatham en Sackville. N. is heuvelig, hier en daar bergachtig, overal rijk aan meren (Grand, Oromokto enz.) en rivieren (St. John, Miramichi, Restigouehe, St. Croix); klimaat tamelijk ruw, de temperatuur gaat in de hoofdstad van —38.8° tot -i- 36.3° C. De natuurlijke hulpbronnen des lands bestaan in zijn turf-, zout- en gipslagen, zijn vruchtbaren grond, vooral geschikt voor den graanbouw, zijn vischrijkdom en zijn uitgestrekte wouden, welke laatste den houthandel tot het eigenlijk hoofdmiddel van bestaan maken. N. werd in 1604 door de Franschen gekoloniseerd en vormde met Nieuw-Schotland tot 1733 een deel van Arcadia; in 1713 kwam het aan de Engelschen, in 1784 werd het tot een kolonie op zich zelf gemaakt, en sinds 1867 is het een provincie van de Dominion of Canada.

< >