fransch schilder, geb. in Juni 1594 te Villers bij Les Andelys (Normandië), deed zijn eerste studiën in zijn vaderstad onder Quentin Varin en in Parijs, verder onder Ferdinand Elle en George Lallemand. In 1624 kon hij zich eindelijk naar Rome begeven, waar hij besloot, in aansluiting aan de antieke kunst zich een eigen stijl te scheppen.
Hij kreeg in Rome zulk een vermaardheid, dat hij 1639 door Richelieu naar Parijs werd teruggeroepen, waar hij door Lodewijk XIII schitterend ontvangen en tot hofschilder benoemd werd; doch de kuiperijen van zijn mededingers, met Simon Vouet aan het hoofd, deden hem reeds in Sept. 1642 naar Rome terugkeeren, waar hij tot zijn dood, 19 Nov. 1665, bleef. P. is de schepper van het z.g. heroïeke of ideale landschap; de onderwerpen en de figuren, waarmede hij zijn landschappen stoffeert, zijn meest aan de mythologie of aan de geschiedenis van Grieken en Romeinen en den Bijbel, zeldzamer aan de levens der heiligen ontleend. Hij was een uiterst vruchtbaar schilder; onder de 40 composities van hem in het Louvre te Parijs dienen genoemd: Pest onder de Philistijnen (1630), De h. Xaverius wekt een jonge Japansche vrouw uit den dood op (1641), Arcadische herders, De vier jaargetijden (met bijbelsehe stoffeering), Zelfportret (1650). Tot zijn beroemdste werken behooren voorts: Bethlehemsche kinderdans, Italiaansch berglandschap, Italiaansch rivierlandschap, Amphitrite’s triomf, Mozes het water uit de rots slaande, Bacchantendans.