eerste aartsbisschop van Westminster en kardinaal,, geb. te Sevilla, uit een iersch geslacht, 1802, overleden te Londen 1865, kwam op zestienjarigen leeftijd aan het eng. college te Rome en werd er priester gewijd. Hij legde zich toe op de studie van de christelijke oudheid en die van de geschiedenis der oostersche kerken.
In Engeland teruggekeerd werd hij: benoemd tot professor der oostersche letterkunde aan het college van St. Cuthbert. Toen in 1850 de katholieke kerkelijke hiërarchie in Engeland werd hersteld zag hij zich op den aartsbisschoppelijken zetel van Westminster verheven en kort daarna tot kardinaal gewijd. Werken: Horae Syriacae (1828), Over de punten van overeenstemming tusschen de wetenschap en den geopenbaarden godsdienst (1830), De leerstellingen der katholieke kerk (1836), Preeken (1886), en zijn in de meeste beschaafde talen overgezette historische roman: Fabiola of de kerk der Katakomben (1854). W. stichtte’ de kath. tijdschriften „Dublin Review”, „Catholic Magazine” en ,,Tablet’’.