Gepubliceerd op 20-01-2021

Nicolaas boelens

betekenis & definitie

Nederl. geneesheer, magistraat, dichter, geb. te Hoorn, 17 Jan. 1550, studeerde eerst te Leuven, daarna aan verschillende fransche hoogescholen, bereisde Duitschland en Italië, vestigde zich daarop in zijn geboorteplaats, werd in 1577 door Noord-Holland naar den Raad van State afgevaardigd, werd later schout van Hoorn, advokaat-fiscaal der admiraliteit in het Noorderkwartier, en overleed 26 Febr. 1615; hij schreef een aantal gedichten, allen in de latijnsche taal.

< >