Gepubliceerd op 20-01-2021

Nicolaas bernhard donkersloot

betekenis & definitie

Nederl geneeskundige, geb. 21 Febr. 1813 te Deventer, deed bij het uitbreken van de belgische omwenteling inderhaast examen voor officier van gezondheid, kreeg als zoodanig een plaats bij een bataljon jagers, zette na beëindiging der vijandelijkheden te Amsterdam zijn studiën voort, promoveerde in 1835 in de heel- en verloskunde, enstond20jarenaan het hoofd van het gesticht te Dordrecht, dat onderzijn bestuur tot de eerste instellingen van dien aard in Nederland behoorde; zich te veel in zijn vrije beweging belemmerd ziende, verliet hij echter ten slotte dezen werkkring en vestigde zich te ’s-Gravenhage, waar hij weldra een drukke praktijk had en 24 Febr. 1890 overleed. Hij was gedurende 44 jaren redacteur van het w'eekblad „Geneeskundige Courant”, eenigen tijd hoofdredacteur van „Psychiatrische Bladen“, en mede-oprichter van de Psychiatrische Vereeniging; hij schreef: Dokter Rovius in en buiten de praktijk (1848), Een blik op de vrouw en haar hoedanigheden (1849), Over gevoel en wil als de factoren van het schoone en goede (1852), De Engel van Headeloo (1860) Polyinthea (1862), Psychologische beschouwing van de doodstraf; De krankzinnige tegenover de wet en de maatschappij (1860) enz.

< >