bank te Amsterdam, opgericht bij besluit van den souvereinen vorst van 25 Maart 1814, en bij de wet van 22 Dec. 1863 gerechtigd verklaard om voor een tijdperk van 25 jaren (tot 31 Maart 1889) werkzaam te zijn als circulatiebank. Genoemde termijn is in Aug. 1888 verlengd tot 31 Maart 1904, en in Sept. 1903 tot 31 Maart 1924.
De N. is een naaml. vennootschap, met een maatschappelijk kapitaal van 20 millioen gulden; zij heeft haar hoofdzetel te Amsterdam, te Rotterdam is een bijbank en in elke prov. minstens één agentschap gevestigd, wier inrichting en werkkring geregeld zijn bij kon. besluiten van 4 Juni 1864, laatstelijk gewijzigd 1888. Hare operatiën bestaan eerstens in het disconteeren van wisselbrieven, assignatiën en orderbriefjes, en van hier te lande binnen 3 maanden aflosbare of verschijnende schuldbrieven of rentebewijzen; in het beleenen van effecten, goederen, munt en muntmateriaal; in het ontvangen van gelden in rekening-courant; in den handel in goud en zilver en in het doen verwerken en vermunten daarvan; in het koopen en verkoopen van wisselbrieven en ander handelspapier, buitenslands betaalbaar, met twee of meer solidair verbondenen en met geen längeren looptijd dan de gebruiken des handels medebrengen. Ook is de bank bevoegd gelden en andere waarden in bewaring te nemen. De bank houdt zich met geen andere operatiën bezig dan de bovengenoemde. Zij is belast met de kostelooze bewaring der algemeene rijkskas te Amsterdam en met de kostelooze waarneming der functiën van rijkskassier aldaar, alsmede te Rotterdam en in alle plaatsen, waar zij agentschappen heeft of vestigt. De bank geeft biljetten uit van 1000, 300, 200, 100, 60, 40, 25 en 10 gld., op vertoon betaalbaar bij de hoofdbank, de bijbank en de agentschappen, alsmede bank-assignatiën van het eene bankkantoor op het andere, en sinds 1904 ook de vroegere muntbiljetten.
De verhouding, waarin het gezamenlijk bedrag van bankbiljetten, bankaasignatiën en rekeningcourantsaldo’s door munt of muntmateriaal moet zijn gedekt, wordt bepaald bij kon. besluit, dat voor zooveel noodig van tijd tot tijd wordt gewijzigd. De directie der bank bestaat uit een president, vijf directeuren en een secretaris. De president en de secretaris worden door de koningin voor zeven, de directeuren door de stemgerechtigde aandeelhouders voor vijf jaren benoemd; zij zijn bij hun aftreding terstond opnieuw benoembaar. Er zijn minstens vijftien commissarissen, doof de stemgerechtigde aandeelhouders gekozen. Van regeeringswege wordt toezicht op de handelingen der directie uitgeoefend door een koninklijken commissaris.