shah van Perzië uit äe turksche dynastie der Kadjars, geb. te Teheran 1831, vermoord bij deze stad 1896, regeerde van 1848 tot 1896, voerde in zijn staten verschillende hervormingen in en plaatste een aantal takken van administratie onder het beheer van europeesche ambtenaren. Den tegenstand van de oud-nationale partij wist hij allengs te breken.
Ook was hij gelukkig in het dempen van den gevaarlijken opstand van Ali Mohammed, die zijn troon een oogenblik ernstig bedreigde. Wat zijn buitenlandsche staatkunde betreft, zoo sloot hij zich aan bij Rusland, in 1855 zelfs door een verdrag met keizer Nicolaas I, dat hem groote onaangenaamheden van de zijde van Engeland zou hebben berokkend (de Engelschen bedreigden reeds Teheran), als niet de Conventie van Parijs 1857 de goede verhouding met deze mogendheid hersteld had. Herhaaldelijk bezocht hij Europa, en nieuwe hervormingen in Westerschen geest waren daar telkens het gevolg van. Zijn laatste reis volbracht hij in 1889 en bezocht toen ook ons land.