of Nena-Sahib, (eigenlijk Dandhoe Pouth) indisch vorst, geb. 1825, was de aangenomen zoon van den laatste „peichva” der Mahratten, Baji-Rhao, doch kon van de Engelschen het pensioen, dat zij dezen onttroonden vorst hadden uitbetaald, niet erlangen. Toen in 1857 de groote opstand uitbrak, trok hij zich terug op zijn kasteel te Bithoer en moedigde in het geheim de Hindoes aan.
Weldra trad hij echter openlijk op en aanvaardde het bevel over een corps Cipayers, dat naar Delhi oprukte en werd hij tot „peichva” uitgeroepen. Van alle kanten snelden de Hindoes toe om onder zijn vanen te strijden, Cawnpoor viel in zijn handen en alle Engelschen, die binnen zijn bereik kwamen, o. a. generaal Wheeler, liet hij meedoogenloos ombrengen. Het optreden van generaal Havelock met versche strijdkrachten uit Europa, noodzaakte hem evenwel Cawnpoor te verlaten, doch vooraf bracht hij alle daar aanwezige Europeanen om het leven; een deel liet hij in de beruchte „putten van Cawnpoor” werpen. Hij begaf zich naar Nepal, spande alle krachten in om den strijd met goed gevolg voort te zetten, maar zag zich eindelijk gedwongen den oorlog ter bevrijding van Indië op te geven. Hij verdween zonder dat men wist waarheen hij zich had begeven en is, niettegenstaande de ijverige nasporingen der Engelschen, nergens levend of dood weder gevonden. In 1859 werd het gerucht van zijn dood verspreid; dit bleek echter ongegrond te wezen.