Gepubliceerd op 23-02-2021

Mosselen

betekenis & definitie

Mytilacea, weekdierfamilie van de klasse der plaatkieuwigen; bij de M. is de mantel aan zijn randen vergroeid, hetzij grootendeels of alleen van achteren, onder vorming van een korte ademsipho; de schaal is gelijkkleppig en bedekt met een opperhuid, overigens geheel glad; bij alle soorten is een tongvormige voet voorhanden. De soorten van de geslachten Mytilus, Crenella en Modiola leven verspreid in verschillende zeeën; zij hechten zich vast aan steenen en rotsen.

Algemeen bekend zijn de in groot aantal langs de kust der Noordzee levende gewone of eetbare M., Mytilus edulis. Crenella discrepans is een tweede soort, die, ofschoon veel minder menigvuldig, langs onze kust voorkomt. Dreissena polymorpha is een zoetwatersoort, die oorspronkelijk uit de Wolga, door schepen medegevoerd, zich allengs door Europa verspreid heeft en tegenwoordig ook bij ons te lande tamelijk menigvuldig in de rivieren en andere daarmede in gemeenschap staande wateren voorkomt. Zij hecht zich met haar byssus (een bosje van uit een klier aan den voet ontspringende peesachtige draden) vast, deels onderling, deels op steenen of andere voorwerpen. De soorten van Lithodomus zijn tot de warmere zeeën beperkt en houden zich op in door haar zelve gemaakte holen in kalkgesteenten.

< >