Gepubliceerd op 23-02-2021

Moskee

betekenis & definitie

ontstaan uit het arab. masdjid: plaats waar men de knieling verricht, in het arabisch naam van de openbare bedehuizen der Muzelmannen, tempel. Het eigenaardige kenmerk van de meeste dier gebouwen bestaat in een hoogen koepel en vooral in dunne hooge torens, minarets genoemd, van welke een vaak blinde omroeper de uren des gebeds aankondigt.

Overigens zijn zij meest vierkante gebouwen, met voorportalen tot het verrichten van wasschingen. Arabesken en op de muren geschreven spreuken uit den Koran vormen het eenige inwendige sieraad; beelden ontbreken geheel. De grond is met tapijten of matten belegd. Aan de z.o.-zijde vindt men een soort van kansel voor den Imam en in de richting Mekka een nis om in te bidden. Aan grootere moskeeën zijn openbare scholen, hospitalen, keukens waarin voor de armen gekookt wordt, verbonden. In den regel mogen alleen belijders van den Islam een M. betreden, maar in Turkije en O.-Indië wordt sedert lang niet meer nauwlettend hierop toegezien.

< >