affuit voor mortier. Bij deze soorten van affuiten rusten de zijwangen onmiddellijk op de bedding of bij zware mortieren soms op een raam.
De mortierstoel wordt dikwijls door een spil met de bedding verbonden om den terugloop op te heffen en het geven van eene zijdelingsche richting gemakkelijk te maken, welke richting dan geschiedt door een rondsel werkende op een getanden cirkelboog op de bedding bevestigd. Het geven van de hoogterichting geschiedt met behulp van een raderwerk, dat op een getänden boog werkt, die aan den vuurmond bevestigd is.Bij de oude mortieren kon slechts onder drie verhoogingen worden gevuurd, n.l. onder 30°, 45° en 60°, waartoe stelblokken werden gebezigd, terwijl de Coehoornmortier, die met een voetplaat uit een stuk is gegoten, zoodanig op een houten blok is bevestigd, dat slechts onder een hoek van 45° kan worden gevuurd. Bij het richten werd met behulp van een schietlood de as der ziel in de richting van het doel gebracht.