of Heiligen der laatste dagen, een godsdienstige gezindte, in 1827 gesticht door den Amerikaan Joe Smith, een pachter uit den staat Vermont. Deze beweerde in den heuvel Comora in een steenen kist metalen platen uit den grond te hebben opgegraven, die met heilige oorkonden beschreven waren, en dat een nauwkeurige vertaling daarvan vervat was in het door hem uitgegeven Book of the Mormons, dat in 1830 het eerst in Amerika gedrukt werd.
Volgens dit boek zouden de Israëlieten na de verwoesting van het rijk der 10 stammen, onder hun veldheer Lehi, naar Amerika verhuisd zijn, maar na velerlei lotswisselingen wegens hun zonden te gronde zijn gegaan. Hun laatste profeet Mormon teekende de geschiedenis van dit volk op de bovengenoemde metalen platen op en verborg die in de aarde. Smith gaf nu voor, op grond dezer oorkonden en van de openbaringen die hij1 zelf ontving, door God geroepen te zijn tot stichting der kerk van de Heiligen der laatste dagen. Weldra verzamelden zich scharen van geloovigen om hem heen en in 1830 zette hij zich met zijn aanhangers in den staat Missouri neder, doch moest wegens de antipathieke houding van het publiek weldra naar Illinois vertrekken; in 1840 werd hier de stad Nauvoo door hem gesticht. In 1844 had de gewelddadige handelwijze van den profeet tegen een der vroegere leden zijner kerk een bevel tot gevangenneming van Joe Smith, zijn broeder Hiram en andere personen ten gevolge. Toen men zich tegen de uitvoering hiervan verzette, trok de gouverneur van Illinois met gewapende macht tegen Nauvoo op en vorderde, opdat geen bloed gestort mocht worden, dat Joe Smith en zijn broeder Hiram vrijwillig zich gevangen zouden geven.
Deze voldeden hieraan en werden in de gevangenis te Carthago geplaatst; een volksmenigte drong met geweld deze binnen en doodde beiden (1844). Sedert 1845 begonnen de M. naar het verre westen op te breken en bereikten in 1847 het dal van het Zoutmeer, waar zij de stad Nieuw-Jeruzalem stichtten. De bevolking van den geheelen staat der M., door de Amerikanen in 1850 onder den naam Utah als territorie in de Unie opgenomen, door de M. echter Deseret genaamd, bedroeg in 1850: 11.354, in 1860 reeds 40.273 zielen, onder welke de 11.295 inw. der Zoutmeerstad. De M. vormen een theocratische gemeente, aan wier hoofd een president staat, bijgestaan door twee leden. Op den president volgen 12 apostelen, de hooge raad, de zeventigen, de hoogepriester, oudsten, priesters, leeraars en diakenen. De godsdienstleer dezer gemeente is een willekeurig samengesteld polytheïsme.
Men neemt een onbepaald aantal góden aan, De heiligen worden na hun dood allen góden, maar van verschillenden rang en met het uitzicht op bevordering. De god over het thans levende geslacht gesteld is Joe Smith. Terstond boven hem staat Jezus, boven dezen Adam, boven dezen Jehova en boven dezen Elohim, die de hoogste is. Al deze góden hebben meerdere vrouwen en ieder hunner heerscht over zijn eigen nakomelingen. De zedeleer der M. grondt zich op de 10 geboden en een openbaring van 27 Febr. 1833 aan Joe Smith. De veelwijverij! is onder de M. een godsdienstplicht, doch is in de Ver.
Staten met kracht onderdrukt (1887). Sedert vele jaren sturen zij hun zendelingen ook naar Europa, om aldaar voor de uitbreiding der secte werkzaam te zijn. In Engeland, Schotland, Denemarken, Sleeswijk, West-Duitschland en Zwitserland hadden zij eenig succes. Hun tegenwoordige sterkte wordt op 1/2 millioen zielen geschat. Maatschappelijk onderscheiden de M. zich door groote vlijt. Joe Smith werd als president opgevolgd door Brigham Young (1844—77), deze door John Taylor (1877—87), deze door Wilford Woodruff, na wiens dood, Sept. 1898, Lorenzo Snow president werd.
Literatuur: Fernhagel, Die Wahrheit über das Mormonentum. Blätter aus Utah (Zürich 1889), The story of the Mormons from the date of their origin to 1901 (New-York 1902).