spaansch mysticus, geb. 21 Dee. 1640 te Saragossa, stud. te Pampeluna en te Coimbra. Sedert 1669 als doctor in de theologie en priester te Home levend, gaf hij zijn geschrift Guida spirituale (Rome 1675; latijn door A.
H. Francke, Leipzig. 1687) uit, waarin hij zuivere liefde tot God en onmiddellijke aanschouwing van God met vernietiging van geheel het eigen leven als den waren weg tot heil en zielerust aanbeval. Vandaar dat zijn systeem Quietisme (zie ald.) en de aanhangers daarvan Quietisten genoemd worden. Op aanwijzing van den Jezuïet Lachaise vond de Inquisitie in dat geschrift en in voordrachten van M. 68 kettersche stellingen,, welke door paus Innocentius XI in 1687 als zoodanige veroordeeld werden. M. moest zijn dwalingen afzweren en stierf na strenge boetedoening 29 Dec. 1696 in een Dominicanenklooster te Rome.