de planeet die onder de thans bekende het dichtst bij de zon staat; zijn gemiddelde afstand daarvan bedraagt 571/2 mill. km., zijn grootste afstand 69 mill. km., zijn kleinste 45 mill. km., de excentriciteit zijner baan 0.2056. Zijn kleinste en grootste afstand van de aarde is 76 mill. en 220 mill. km.
Zijn siderische omloopstijd is 88 dagen en in ongeveer denzelfden tijd wentelt hij eenmaal om zijn as; zijn synodische omloopstijd (terugkeer tot den bovensten of ondersten samenstand met de zon) is 116 dagen. M. beweegt zich met een snelheid van 47 km. in de seconde. Zijn middellijn is 4800 km., zijn kubieke inhoud is 1/2r) van dien der aarde. M. kan van de aarde slechts moeilijk waargenomen worden, eerstens wegens zijn kleinheid en verder wijl hij zich nimmer ver van de zon verwijdert. Hij verschijnt voor ons als een ster van de 4de grootte, ’s morgens voor zonsopgang aan den oostelijken, of ’s avonds na zonsondergang aan den westelijken hemel. Hij straalt met een hel wit licht.
Met behulp van kijkers bemerkt men bij M. soortgelijke lichtphasen als bij' de maan (volle, halve, kwartverlichting enz.). M. keert de zon altijd dezelfde helft toe. Volgens Schiaparelli bezit M. een dampkring. Reeds in 1859 heeft Leverrier het vermoeden uitgesproken, dat zich tusschen M. en de zon nog een of meer planeten bevinden. M. kan als binnenplaneet, in een rechte lijn tusschen ons en de zon komen; zoodanige doorgang heeft in een eeuw 13 maal plaats en duurt soms 5 uur.
