Gepubliceerd op 23-02-2021

Mercia

betekenis & definitie

(Merce) het land der Merciërs (Myrcas), een der angelsaksische koninkrijken, die vóór de vereeniging onder Wessex de z.g. Heptarchie vormden.

Den naam Merciërs kregen het eerst die Angelen, die omstreeks het midden der 6de eeuw de Trent opvoeren naar het westen en de grens, de mark (vandaar Merciërs, d. i. mark-, grensmannen) naar de Britten toe bezetten. Als hun eerste koning wordt door de sage Creoda (Cridda), een afstammeling van Wodan, genoemd. Het rijk breidde zijn heerschappij meer en meer uit, een tijdlang was het aan Northumbrië onderworpen, maar tegen het eind der 7de eeuw reikte zijn zelfstandige macht van de Humber tot de Theems over geheel Midden-Britannië. Na langen zwaren strijd met Wessex werd ook dit onderworpen in 733. Tot 754 beheerschte M. geheel Britannië ten z. van de Humber; in den slag bij Bucford (754) maakte Wessex zich vrij en daarna ook de kleinere rijken Kent, Essex en Oost-Anglia. Wel steeg voor het einde der eeuw weder de macht van M., maar ging toch niet meer over de Humber in het n. en den bovenloop der Theems in het z.w.

Met de onderwerping door Egbert van Wessex (829) was het met de zelfstandigheid van M. gedaan. Onder Alfred werd het verdeeld, het z.w. kwam als eigenlijk M. aan Wessex, het n..o. bleef als het gebied der „vijf vlekken” aan de deensche veroveraars; eerst de opvolgers van Alfred herstelden weder den samenhang.

< >