Gepubliceerd op 23-02-2021

Menelaüs

betekenis & definitie

in de grieksche mythologie koning van Sparta (Lacedaemon), zoon van Atreus (of Plisthenes), jongere broeder van Agamemnon, gemaal van de schoone Helena en als zoodanig een der hoofdpersonen in de sage van den tocht der Grieken tegen Troje* waarbij hij 60 schepen aanvoerde en persoonlijk ijverig aan den strijd deelnam; ook behoorde hij tot de helden, die in den buik van het houten paard verborgen in den burcht van Troje binnendrongen. Na den val van Troje zeilde hij met Helena weg, doch werd nabij kaap Malea door een storm overvallen, die zijn vloot verstrooide en naar het oosten gedreven, waarop hij acht jaar rondzwierf; hij kwam naar Cyprus, Phenicië, Aethiopië, Egypte en Libye.

Op het eiland Pharos, waar hij 20 dagen vertoefde, gaf hem Idothea den raad, haar vader Proteus door list te vangen en vervolgens te dwingen, hem datgene te melden wat hij doen moest om gelukkig naar huis terug te keeren. Dit geschiedde en M. kwam gelukkig met Helena weder thuis aan, juist op den dag waarop Orestes Clytaemnestra en Aegisthus begroef. .Van toen af leefde hij in geluk en rijkdom te Sparta, waar hij bezocht werd door Telemachus, die naar het lot van zijn vader Odysseus kwam vragen, terwijl M. juist zijn dochter Hermione aan Neoptolemus en zijn zoon Megapenthes aan Iphiloche, de dochter van Alector, uithuwelijkte. Als schoonzoon van Zeus werd hij ten laatste op het eiland der zaligen geplaatst. Te Therapne bij Sparta zou hij met Helena in een tempel begraven zijn, waar zij goddelijke eer ontvingen. Op de plaat Grieksehe kunst, II fig. 17, is M. afgebeeld, het lijk van Patroclus torsend.

< >