oxypropionzuur, naam van verschillende organische zuren van de samenstelling C3 Hg 03. M. is aanwezig in zure melk, in zuurkool en in het maagsap; men bereidt het gewoonlijk door een suikeroplossing met krijt en rottende kaas gedurende 8 dagen aan een temperatuur van 15—20° bloot te stellen.
Ook kan men dit zuur verkrijgen door oxydatie van propylglycol (propyleenalcohol), door koking van monochloorpropionzuur met alkaliën, en door een mengsel van aldehyde, blauwzuur en zoutzuur gedurende eenige dagen te laten staan. Zuiver M. is een kleurlooze, olieachtige vloeistof, die een soortelijk gewicht heeft van 1.215; zij kan niet zonder ontleding gedestilleerd worden, maar gaat bij verhitting, onder verlies van water, over in lactide, C3 H4 02, '(melkzuuranhydride) en dilactylzuur, C6 H10 05, terwijl een ander gedeelte ontleed wordt in kooloxyde, aldehyde en water. Door verhitting met joodwaterstofzuur wordt melkzuur gereduceerd tot propionzuur. De zouten van melkzuren of lactaten kristalliseeren goed en zijn meest allen oplosbaar in water. Het belangrijkste zout van melkzuur is zinklactaat, dat in kleine, glinsterende naalden kristalliseert. Door eenigen tijd in aanraking te zijn met rottende kaas bij een temperatuur van 30—35° gaan de zouten van het M. over in zouten van boterzuur.