hertog van Montmorency-Laval, fransch staatsman, geb. 10 Juli 1760 te Parijs, streed in den noordamerikaanschen vrijheidsoorlog en trad in de nationale vergadering voor de revolutionnaire idee op. Doch de geweldige voortgang der revolutie bewoog hem, naar Zwitserland te vluchten, waar madame de Staël hem te Coppet een schuilplaats verleende.
Na den val van het Schrikbewind keerde hij naar Frankrijk terug; sedert 1814 was hij een der ijverigste voorstanders van de belangen der Bourbons. Hij werd in April 1814 adjudant van den graaf van Artois, vergezelde 1815 de hertogin van Angoulême naar Bordeaux en Londen en begaf zich vervolgens naar Gent tot Lodewijk XVIII. De koning benoemde hem 17 Aug. 1815 tot pair, 24 Dec. 1821 tot minister van buitenlandsche zaken, in welke hoedanigheid hij het congres van Verona bijwoonde; hij bevorderde den oorlog tegen de spaansche Cortes; daar hij echter met Villèle in oneenigheid geraakte, moest hij zijn portefeuille aan Chateaubriand overgeven. Karel X benoemde hem tot gouverneur van den hertog van Bordeaux. Hij overl. 24 Maart 1826. Ofschoon hij nooit iets heeft geschreven, koos de Académie hem 1825 toch onder haar leden.