Gepubliceerd op 23-02-2021

Matan

betekenis & definitie

staat op de westkust van Borneo, ressorteerende onder de af. Soekadana, met inbegrip van drie daartoe behoorende eilandjes ongeveer 454 Q] m. groot.

M. strekt zich van de rivier Doela Sidoeh zuidwaarts langs de westkust uit en langs de zuidkust tot aan de Koewala Djelei. Terwijl het binnenland met heuvels bedekt is, zijn de kuststreken laag en vlak en blootgesteld aan de overstroomingen van de talrijke rivieren, die van de bergen afstroomen, waarvan de voornaamste zijn: Ma tan, Doela Sidoeh, Kanda wagan en Djelei. De grond wordt als vruchtbaar beschouwd, maar er wordt slechts weinig partij van getrokken. In het distr. Kandawagan wordt tin en bij de rivieren Doela Sidoeh en Djelei ijzer gevonden. De voornaamste plaatsen zijn: Matan, de verblijfplaats van den Panembahan, Kandawagan en Ketapan, zetel van den controleur.

De bevolking bestaat grootendeels uit Dajaks, die vrij onafhankelijk zijn; slechts enkele honderden Maleiers en Boegineezen worden in het rijk gevonden. Aan het hoofd van het rijk staat een Panembahan, die echter slechts weinig gezag uitoefent en de opperheerschappij van Soekadana erkent. In 1822 werd met M. een verdrag gesloten, waarbij de suprematie van Nederland erkend werd; volgende contracten hebben de betrekkingen nauwer toegehaald.

< >