Gepubliceerd op 23-02-2021

Marum

betekenis & definitie

gem. in Groningen, arr. Groningen, kanton Zuidhorn, kiesd.

Zuidhorn, pers bel. 8e kl., begrensd door de gern. Grootegast, Oldekerke en de Leek in Groningen en Opsterland in Friesland, ongeveer 6230 heet. groot. De bodem bestaat afwisselend uit zand, hoogveen, dat grootendeels afgegraven is, en laagveen. De inwoners bestaan meest van landbouw. De gemeente bevat de dorpen: Marum, Niebert, Wilp, Nuis en Noordwijk en de gehuchten: Trimunt, Malijk en de Haar. Het dorp heeft 1000 en de gem. 4400 inw.

< >