Gepubliceerd op 18-03-2021

Martin eduard von simson

betekenis & definitie

1810—1899, werd in 1833 hoogl. in de rechten te Koningsbergen. In de pruisische Tweede Kamer deed hij zich als een der begaafdste redenaars kennen.

In 1860 benoemd tot ondervoorzitter van het hof van appèl te Frankfort aan de Oder. Hij! was van 1867—74 president van den noordduitschen en den duitschen Rijksdag.

< >