Gepubliceerd op 23-02-2021

Mart. heinr. karl lichtenstein

betekenis & definitie

duitsch reiziger en zoöloog, 10 Jan. 1780 te Hamburg geb. en te Helmstedt tot doctor in de geneeskunde gepromoveerd, vergezelde in 1802 den nederl. generaal Janssens, die tot gouverneur der Kaapkolonie was benoemd, als huisarts en opvoeder van zijn zoon. Na het uitbreken van den oorlog met Engeland werd hij in 1804 chirurgijn bij de hottentotsche infanterie ên keerde in 1806, na de verovering der kolonie door de Engelschen, met-Janssens naar Europa terug.

In 1810 vestigde hij zich te Berlijn, waar hij eerst voorlezingen hield, vervolgens in 1811 tot hoogleeraar in de zoölogie aangesteld en in 1813 belast werd met het bestuur van het zoölogische museum, dat onder zijn leiding een der belangrijkste van Europa geworden is. Hij wijdde zich voornamelijk aan de studie der vogels. Zijn Reisen im südl Afrika (2 dln., Berl. 1810) zijn voor de natuurlijke geschiedenis belangrijk. Hij overl. 3 Sept. 1857.

< >