Gepubliceerd op 23-02-2021

Mariniers

betekenis & definitie

het korps soldaten dat bestemd is dienst te doen aan boord van oorlogsschepen of in de zeeplaatsen, bepaaldelijk tot bewaking van ’s rijks marine-etablissementen. Ten tijde van den raadpensionaris Johan de Witt spreekt de geschiedenis van ons zeewezen het eerst van zoodanig korps.

Vóór dien tijd werden bij het naar zee gaan der vloot manschappen van de onderscheid, compagnieën landsoldaten gedetacheerd om op deze dienst te doen. Het minder doeltreffende hiervan deed de Witt een vast korps vormen, geschikt tot den dienst van matroos en soldaat. Later werden hierbij officieren benoemd en in den oorlog met Engeland bewees het gewichtige diensten. Joseph van Gent, later luitenant-admiraal, was de eerste kolonel van de M. Na het eindigen van den derden eng. oorlog, werd het korps weder ontbonden. Willem III bracht, als stadhouder, het onderwerp opnieuw ter sprake, doch eerst als koning van Engeland mocht hem de oprichting van drie regimenten M. gelukken, nadat men weder in den oorlog met Frankrijk het nadeel van het gemis van zoodanig korps ondervonden had.

Ook in den successieoorlog bewees het goede diensten, doch na den Utrechtschen vrede werd het nogmaals afgedankt. Eerst na den dood van Willem IV was men weder op het oprichten van een korps bedacht en bestemde de hertog van Brunswijk, de voogd van Willem V, een uit W.-Indië teruggekeerd regiment daartoe, doch de maatregel kwam niet tot uitvoering. Toen de geschillen met Engeland een meer ernstig aanzien verkregen, vestigde Willem V opnieuw de aandacht daarop; hij ontving in 1781 machtiging tot oprichting van een zoogenaamd „Corps de marine”, op een sterkte van 6000 man, doch door verschillende omstandigheden bleef deze achter. Eerst door koning Willem I werd in 1815 een bataljon M. onder bevel van den kapitein ter zee Ziervogel opgericht. Het korps is sedert blijven bestaan. Het bestond in 1903 uit een staf en drie afdeelingen, de 1ste en 2de afd. ieder van 3, de 3de van 2 compagnieën.

< >