Fransch letterkundige, geb. te Issoire, départ. Puy-de-Dôme, 18 April 1811, overl. te Vaux, 14 Mei 1884.
Hij studeerde te Parijs in de rechten, en wijdde zich sedert de Juli-revolutie aan de journalistiek, eerst als medewerker van onderscheidene republikeinsche tijdschriften, vervolgens (1834—’48) als hoofdredacteur van Charivari, waarin van zijn hand vele politieke satires, waaronder vele ware meesterstukjes, verschenen ; in 1848 werd hij commissaire de la République in het départ, zijner geboorte, dat hem kort daarop een mandaat voor de Constituante toevertrouwde, in welk lichaam hij zich aan de zijde der gematigd-republikeinen schaarde. In 1849 keerde hij zich af van het olitieke leven; van 1850—52 bestuurde hij. et theater Odéon, en nam later de leiding van onderscheidene andere schouwburgen, laatstelijk van die in de badplaats CabourgDives, op zich. Hij schreef: Chansons politiques (1828); Aventures de Victor Augerol (1838), eene roman in den geest van Faublas van Louvet; La Réforme et la Révolution enz.