Gepubliceerd op 29-01-2021

Marcellus emants

betekenis & definitie

Nederl. schrijver, geb. 12 Aug. 1848 te Voorburg, studeerde te Leiden in de rechten en vestigde zich vervolgens als letterkundige te ’s-Gravenhage; menigvuldige reizen in het buitenland gaven hem stof voor tal van reisbeschrijvingen, die van een scherpen blik en een nuchteren talent getuigen; zijn romans en novellen, scherp en nuchter in observatie en stijl, fijn-reëel van compositie, en van een ongewonen psychologischen diepgang, doen bijna overal den humanist-pessimist kennen; voorlooper der literatuur van ’80, en in zijn latere werken de spelling-Kollewijn volgende, heeft E. niettemin weinig van de taal en wijze van uitdrukking der jongste school overgenomen en nimmer als deze naar het fransche continueel stemmings-proza gestreefd. Voornaamste werken: Op reis door Zweden (Haarlem 1877), Monaco, (1878, duitsch Leipz. 1897), Langs den Nijl (1884), Uit Spanje (1886), — Lilith (Sneek 1879 en 1885, duitsch Berl. 1895), Godenschemering (Sneek 1883 en 1885), Een nagelaten bekentenis (roman, 1895), Dood ; bundel novellen, 1896), Op zee (1899), Vijftig (roman 1899), Inwijding. Haags leven (2 dln 1ste en 2de druk 1901): ook verschenen van zijn hand meerdere drama’s, als Hij, Een Kriezis enz.

< >