1) Afdeeling van de res. Wester-afd. van het eiland Borneo, bevat het rijk Mampawa, dat begrensd wordt ten n. door Landak, ten z. door Mandor en ten w. door de Chin. zee.
Tot M. behooren eenige kleine eilandjes, waarvan de grootste zijn PoeloeTinjan, Penimboengan en Temadjoe. De voorn, rivier is de Mampawa, die op den GoenongPandan ontstaat, en na de Soempa opgenomen te hebben, ten o. van Tandjong-Bangka in zee loopt. De Pinjoe vormt gedeeltelijk de grens met Mandor, de Doeri met Montrado. Mi is vruchtbaar en zeer geschikt voor koffieen suiker-cultuur. De bodem, hier en daar moerassig, is hoog en heuvelachtig, de BoekitNiboeng is een der hoogste bergtoppen. Een groot gedeelte van den grond is onbewoond.
De bevolking bestaat uit Dajaks en Maleiers. De voorn, plaatsen zijn Soengei-Punjoe en Karangan.2) Hoofdplaats van genoemde afd., zetel van den controleur en van den vorst, die den titel van Panembahan voert.