Gepubliceerd op 23-02-2021

Mammea

betekenis & definitie

L., plantengeslacht van de fam. der Clusiaceeën, met slechts eene, in WestIndië inheemsche, thans ook op het vasteland van Zuid-Amerika gekweekte soort, een boom met lederachtige, tegengestelde bladen en groote, levendig gekleurde bloemen; het is de abrikozenboom van San-Domingo, M. arncricana; de soms 10 centim. dikke, kogelronde vruchten van dezen boom, mammeaappels geheeten, hebben een lederachtige, zeer bittere schil en geel, smakelijk, abrikoosachtig vleesch, dat rauw, ingemaakt enz. gegeten wordt; verder bereidt men er een wijnachtigen drank van, mammeawijn geheeten, terwijl de bloemen gebruikt worden ter bereiding eener fijne likeur, Eau de Créole.

< >