een door het plaatselijik bestuur (den gemeenteraad) aangesteld tusschenpersoon in handelszaken. Alvorens tot het beroep van M. te worden toegelaten, moet iemand bij de arrond.-rechtbank den eed afleggen, dat hij de hem. opgelegde verplichtingen trouw zal nakomen.
De werkzaamheden van den M. bestaan in het vooir zijn meesters (principalen) koop en en verkoopen van waren en koopmanschappen, schepen, openbare fondsen en andere effecten en obligatiën, wisselbrieven en andere handelspapieren, het bezorgen van discompten, assurantiën, bodemerijen en bevrachtingen van schepen, van gelden op beleening als anderszins. De aanstelling van een M. is hetzij algemeen (voor alle vakken), of in de akte van aanstelling wordt uitgedrukt in welk vak of vakken hij de makelaardij mag uitoefenen. In het vak of de vakken waarin hij M. is mag hij voor eigen rekening, onder welken vorm ook, geen handel drijven, noch zich tot borg stellen voor de handelingen door zijn tusschenkomst gesloten. Door den staat van faillissement eens makelaars wordt hij in zijn bediening geschorst en kan daarvan vervolgens door den rechter worden vervallen verklaard. Een M. die van zijn bediening is vervallen verklaard, kan in geen geval daarin worden hersteld. De handelingen van niet op de voorgeschreven wijze tot M. aangestelde tusschenpersonen in handelszaken hebben geen verder gevolg dan hetgeen uit de overeenkomst van lastgeving (zie ald.) voortspruit. Zie wetboek van koophandel, artt. 62—73.