Gepubliceerd op 23-02-2021

Major domus

betekenis & definitie

huismeier, hofmeier, titel van den eersten hof- en staatsdienaar der Frankische koningen. De M. was oorspronkelijk belast met het opzicht over het paleis.

Bij de zwakheid der vorsten en de groote verdiensten van sommige major es domus, stegen het aanzien en de macht van deze laatsten. Toen de M. ook het opperbevel des legers aan zich getrokken en hun bediening erfelijk gemaakt hadden, was hun macht onbeperkt en regeerden de koningen slechts in naam. Vermaarde majores domus zijn Pepijn van Herstal (678—714), zijn zoon Karel Martel (715—41) en zijn kleinzoon Pepijn de Korte, die in 752 koning Childerik III afzette en zich tot koning deed uitroepen.

< >