Gastritis, ontsteking v. h. maagslijmvlies (zie maagkatarrh). Veel zeldzamer dan het daar genoemde zijn de gevallen, waarin zich op het slijmvlies een etterig of diphtheritisch exsudaat afzet; zoodanige gevallen van M. zijn meest het gevolg van vergiftiging met bijtende alkaliën, minerale zuren of metaalzouten (Gastritis toxica).
De dusgenaamde phlegmoneuse M., waarbij het weefsel onder het maagslijmvlies de zetel is van een zich uitbreidende verettering, komt vooral voor bij pyaemische en puerperale aandoeningen en sluit zich ook dikwijls aan bij maagzweer (zie ald.). De zware M. bij vergiftiging gaat gepaard met hevige pijnen in de maagstreek, braken van slijmige of bloederig-slijmige massa’s, bloederige ontlasting, ijzig koude handen en voeten en koud zweet; meestal treedt na een lijden van eenige uren de dood in. De behandeling bestaat in dadelijke verwijdering van het vergift door een braakmiddel of met den maaghevel, toediening van een tegengift en aanwending van ijspillen en ijswater.