Ludwig ganghofer

betekenis & definitie

Duitsch dichter en schrijver, geb. 7 Juli 1855 te Kaufbeuren, bezocht 1874—78 het polytechnicum en de universiteit te München, liet echter de technische studiën varen, gaf in 1879 een eersten bundel lyrische gedichten in iiet licht, getiteld Vom Stamme Afra (Bremen), en schreef in 1880 het opperbeierscho volksstuk Der HerrtjottSchnitzer roti Ammergau (Augsburg,) dat, door Hans Neuert voor het tooneel bewerkt, nog hetzelfde jaar te München werd opgevoerd en grooten bijval vond, zoowel hier als overal elders in Duitschland. Dit succes bepaalde G.’s literarische richting. Op genoemd werk, dat in 1887 als novelle verscheen (in: „Neuen Novellenschatz”, dl. 19) en ook geïllustreerd met teekeningen van Engl werd uitgegeven ff Stuttg, 1899), volgden allereerst: Der Anfang vom Ende (blijspel, 1881), Wege tles Herzens (drama in vijf bedrijven, Augsburg 1882), Der J’rozesshansi (dialectstuk, 1884). In 1881 engageerde bij zich als dramaticus aan het Ringtheater te Weenen; 1886—92 redigeerde hij het feuilletongedeolte van het „Wiener Tageblatt”. De brand van het Ringtheater en het weinig artistieke allooi van het Weener tooneel noopten hem zich aan de belletristie te wijden; achtereenvolgens verschenen de romans en novellen: Der Jäger ron Fall (Stuttg. 1883), gedramatiseerd onder den titel: Der zweite Schatz, Herglnft{ 1883), Aus Heimat und Fremde (1884), Almer und J tigert ent' (1885), Die Sünden der Väter (roman, 2 dln. 1886), Fdehreisshönig (1886), Oberland (1887), Der Unfried (1888), Es war einmal, Moderne Märchen (1889), Der Besondere (1890), Fliegender Sommer (Berl. 1892), Die Fackeljungfrau (Stuttg. 1893), Der Klosterjaiger (1893), Die Murlinsldaim (1895), Schloss llubertus (1895), Die Bacchant in (1896), Der laufenile Berg (1897), Das G-ctteslehen (1899), Das Sclnceigen lm Walde (1899), Der Dorfapostcl (1900), Rachele Scarpa (1899) , Tarantella (1899), Das Kaser-Madl (1900) enz.; ook verschenen nog twee bundels lyrische gedichten: Buide Zeit en Jleiinkehr (1883). Op het gebied van het drama leverde hij nog Der Geigenmacher ron Mittenwahl (met Neuert, Stuttg. 1887, dialectstuk; opnieuw bewerkt, 1900), Die Hodizeit run Yaleni (1890), Die Falie (blijspel 1891), Auf der lliihe (1892), Meerleuchtcn (1897). 1895 vestigde Gr. zich te Munchen. Met Chiavacci gaf hij 1890—91 de „Gesammelte Werke” van Nestroy uit. Ook is hij de auteur van „Das deutsche Jagerbuch” (geïllustr. door Ailers, Stuttg. 1897).