of Liudger, apostel der Friezen en Saksen, omstreeks 745 in Friesland geb., vertoefde eenigen tijd in Engeland bij Alcuinus, na zijn opleiding aan de kloosterschool te Utrecht genoten te hebben, en begaf zich vervolgens naar Deventer, totdat hij in Oostergoo als priester gewijd werd en de opdracht kreeg om het christelijk geloof onder de Friezen uit te breiden. Door Wittekind verdreven, was hij eenigen tijd onderwijzer aan de kloosterschool te Utrecht en vertrok later naar Rome, waar hij monnik werd, doch toen Karel de Groote de Saksen in Westphalen had overwonnen, trad L. aldaar als apostel op en werd in het begin der 9de eeuw als bisschop van Munster aangesteld, Hij overl. 809.
Van hem bestaat een levensbeschrijving van den Utrechtschen abt Gregorius (het eerst uitgegeven door Brower, Ments 1616). Vergel. G. Paris, L. Frisiorum Saxonumque Apostolus (Amst. 1859), waarin ook het werk van Gregorius voorkomt.